Punctie

Punctie/Biopsie

In bepaalde gevallen beslist de radioloog naar aanleiding van de foto’s en/of echografie om een punctie te doen. Een punctie is het door middel van een holle naald (punctienaald) vocht of cellen uit het lichaam verwijderen, waarna het verkregen materiaal (meestal) onderzocht zal worden in het pathologisch cytologisch laboratorium om een diagnose te stellen. Een biopsie is een handeling waarbij een pijpje weefsel met een naald wordt verkregen. Afhankelijk van de soort punctie en punctieplaats wordt de huid wel of niet verdoofd. Indien er met 1 prik met een dunne naald materiaal verkregen kan worden, zal er vooraf geen verdoving gegeven worden. Een biopsie wordt altijd verdoofd.

Als vooraf al duidelijk is dat er meerdere malen geprikt moet worden om materiaal te verkrijgen, zal de huid vooraf wel verdoofd worden. De eerste prik voelt u. Dit is de verdovingsprik of die ene prik ter verkrijging van punctiemateriaal. Deze prik is te vergelijken met een bloedprik.

De punctie of biopsie zal verricht worden door een radioloog, waarbij zij geassisteerd wordt door een radiodiagnostisch laborante. Eerst zal de radioloog met behulp van echo de juiste plaats van de punctie bepalen. Hierna wordt de huid ontsmet. Indien nodig krijgt u dan een verdovingsprik. Na een verdoving wordt er soms met een mesje een opening van enkele millimeters gemaakt. Daarna vindt de punctie of biopsie plaats. Onder echogeleide volgt de radioloog waar de naald naar toe gaat. Indien nodig zal het prikken een aantal keren herhaald worden om voldoende weefsel te verkrijgen.

Als er voldoende materiaal verkregen is, wordt er soms een zeer kleine marker (van titanium) op de biopsieplaats achtergelaten. Dit is soms nodig om de gebiopteerde afwijking later terug te kunnen vinden op mammografie en echografie. Dan is het onderzoek klaar. U wordt na een punctie/biopsie altijd verwezen naar de borstpoli van een ziekenhuis (Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis) waar de patholoog vervolgens onderzoekt of het weefsel goedaardig of kwaadaardig is en de eventueel aanwezige tumorkenmerken worden bepaald.

We streven ernaar om puncties en biopsieën direct op onze locatie door de radioloog te laten verrichten.

Bijwerkingen en risico’s

Indien u bloedverdunners gebruikt of een stollingsprobleem heeft, moet u dit voor de punctie melden bij de radioloog en/of radiodiagnostisch laborante.

Na het onderzoek (na de punctie/biopsie)

Na afloop wordt er een pleister op de punctieplaats geplakt. Met name als er een aantal keren achter elkaar geprikt is, kan er een blauwe plek ontstaan. Als de verdoving is uitgewerkt en u heeft pijn, mag u paracetamol innemen, geen aspirine en geen ibuprofen.

Wij adviseren u direct na de punctie een stevige BH te dragen als u die heeft. Draag deze evt. dag en nacht.

De uitslag

Het weefsel dat verkregen is via een punctie/biopsie wordt naar het pathologisch laboratorium gebracht. Het weefsel zal dan onderzocht worden.

De uitslag hiervan is na enkele dagen beschikbaar en ontvangt u op de mammapoli van het ziekenhuis. Eventueel verdere behandeling en het opstellen van een behandelplan gebeurt in samenwerking met het ziekenhuis.

Contact opnemen

Volledig zorgaanbod

Onder de aandacht

​​​​​​